Wil je iets begrijpen van Hutu’s en Tutsi’s in Burundi, lees dan het Boekenweekessay van Roxanne van Iperen: “De genocidefax”. Het essay heeft de genocide in Rwanda -en Burundi- als centraal thema. “De genocidefax” beschrijft hoe de lont in het kruitvat is aangestoken. Roxanne heeft er een fascinerend verhaal van gemaakt, waarbij ze scherp het proces heeft geanalyseerd en gedocumenteerd.
Uit het essay:
Sinds België in 1916 Rwanda had veroverd en er in 1924 van de Volkerenbond het mandaat over had verkregen….systeem van indirect rule ingevoerd. Eén centrale staat….geleid door lokale chefs. Om deze aansturing zo soepel mogelijk te laten verlopen, leek het de Belgen een goed idee om iedere Rwandees te registreren en een identiteitskaart te geven, waarop zijn of haar etniciteit stond vastgelegd…
De meerderheid bestond uit (Ba)Hutu (90%) , vooral boeren die op akkers werkten, en (Ba)Tutsi (9%) veelal veehouders met een hoger aanzien. …Men woonde naast elkaar, had dezelfde taal en cultuur en trouwde onderling. Er bestond meer afstand tussen enerzijds Hutu’s en Tutsi’s, en anderzijds de Twa (1%) , een pygmeeënvolk. Boven alles identificeerde de bevolking zich als Banyarwanda: de mensen van Rwanda.
..na de Eerste wereldoorlog bereikte evolutionisme het gebied: de idee dat verschillende volkeren zich op verschillende punten van beschaving bevinden, van wilden tot barbaren tot ontwikkelden. Belgische ambtenaren rangschikten verschillende ‘rassen’ op fysieke kenmerken. Verstelbare moersleutels maten de breedte van de neusvleugels……De conclusie was dat de Tutsi’s op de evolutionaire meetlat het dichtst bij de Europeanen stonden. Het Rapport over de Belgische administratie van Ruanda-Urundi uit 1925 leest:
‘De Bahutu […] zijn over het algemeen klein en gedrongen met een groot hoofd, een joviale uitdrukking, een brede neus en enorme lippen. Het zijn extraverte mensen die graag lachen en een simpel leven leiden’.
‘De Mututsi van het goede ras heeft niets van de neger, behalve zijn kleur.’
‘Zijn trekken zijn zeer verfijnd: een hoog voorhoofd, dunnen neus en fijne lippen rond prachtige tanden.’
‘Begenadigd met levendig intellect, vertoont de Tutsi een verfijnd palet aan gevoelens dat zeldzaam is onder primitieve volken’.
…in 1933: iedere Rwandees kreeg verplicht een identiteitskaart, waarmee fluïde , sociale groepen van weleer voorgoed in etnische hokken werd getimmerd: Tutsi, Hutu of Twa. Vanaf dat moment werd ingezet op het creëren van een Tutsi-elite die de rest van de bevolking voortvarend kon aansturen. Tutsi-kinderen kregen superieur westers onderwijs, gericht op toekomstige leidinggevende posities; Hut-kinderen werden klaargestoomd voor fysieke arbeid….Rwanda werd het schoolvoorbeeld van raciale verdeel-en-heersstrategie, waarbij na verloop van tijd de pionnen zelf in de mythe begonnen te geloven: Hutu’s en Tutsi’s als wezenlijk andere menssoorten, met verschillende fysieke, intellectuele en morele kenmerken.
Het geïnstitutionaliseerde groepsdenken zorgt voor toenemende rivaliteit tussen de bevolkingsgroepen…..
..in 1962 wordt Rwanda onafhankelijk verklaard. De Belgen vertrekken en laten een land achter met geïnstitutionaliseerde, diep ingesleten en op individueel niveau vastgelegde haat en groepsrivaliteit. …tweeëndertig jaar later een strak georganiseerde apotheose beleeft, die door de buitenwereld zal worden afgedaan als een spontane slachtpartij tussen rivaliserende stammen.
De FAX
Drie maanden voordat het moorden begon, stuurde de commandant van de vredesmissie Roméo Dallaire een fax aan het hoofdkantoor van de VN: “The genocide fax” met tweemaal het woord “extermination” richting Tutsi-burgers (zie rode lijnen). De schandalige reactie door het hoofdkantoor van de VN op deze fax wordt in het essay beschreven.
Door de genocide te beschouwen vanuit van het perspectief van een eigen hufterige VN-organisatie die je tegenwerkt is fascinerend. “Wat doe jij als het erop aankomt?”, is de vraag die Roxanne ook stelt in haar verhaal. Waarom? Lees haar verhaal!